De kamer van onze lodge in Fethard-on-Sea bleek een moeilijke douche te hebben. Een onmogelijke kraan en het lukte ons niet om er water uit te krijgen. Gelukkig wist een medewerker hoe we het ding aan de praat konden krijgen, zodat we toch nog lekker konden douchen. 's Ochtends zijn we even boodschappen gaan doen in Fethard, omdat er op de Saltee Islands geen voorzieningen zijn. De Saltee-eilanden zijn twee kleine eilanden die 5 kilometer uit de kust liggen bij Kilmore Quay. De ferry naar Great Saltee vertrok vanuit het haventje van Kilmore Quay (foto boven).
Hieronder het uitzicht op de twee Saltee-eilanden. Rechts ligt Great Saltee, het eiland dat we zouden bezoeken.
Om 11 uur vertrok onze boot. Er waren drie bootjes, elk voor twaalf passagiers. Omdat er maar één bedrijf is dat deze excursie aanbiedt, is het aantal bezoekers aan het kwetsbare natuurgebied beperkt tot ongeveer 100 per dag.
Op de volgende foto varen we langs Little Saltee. Op Great Saltee is geen aanlegsteiger, dus je moet vlak voor het strandje uit de boot en een stukje door het water lopen. Aan land doe je dan weer je schoenen aan om op het eiland te kunnen wandelen. Het is daarom aan te bevelen om een handdoek mee te nemen.
De landing op Great Saltee is aan de noordzijde van het eiland. Daar staat een bord van de familie Neale, die het eiland in bezit heeft. Hoewel de familie Neale, afkomstig uit Kilmore Quay, af en toe op Great Saltee verblijft, is het eiland meestal onbewoond.
Je kunt het eiland zonder echte beperkingen verkennen, hoewel er nauwelijks echte paden zijn. De interessantste vogels zie je aan de zuidzijde van het eiland. Maar al direct nadat we aan land waren gegaan, zagen we een kneu, een mannetje, herkenbaar aan zijn rode borst.
Er zaten ook veel graspiepers en oeverpiepers op het eiland. Deze vogels lijken nogal op elkaar. Een belangrijk verschil is dat graspiepers lichtgekleurde poten hebben, terwijl oeverpiepers donkere poten hebben. Ook de snavel van de graspieper is lichter van kleur. Boven zie je twee graspiepers, daaronder twee oeverpiepers.
In zee kon je regelmatig zeehonden zien die met hun kop boven het water uitkwamen. Het zijn grijze zeehonden, deze soort is een stuk groter dan de gewone zeehond. Beide soorten komen ook in de Nederlandse wateren voor.
De Noordse stormvogel lijkt op een meeuw, maar is een totaal andere soort en niet eens familie van de meeuw. De Noordse stormvogel behoort tot de buissnaveligen en is daarmee meer verwant aan de albatrossen dan aan de meeuwen. In het vervolg van de reis hebben we nog een paar keer Noordse stormvogels gezien.
Drie stadia in het leven van de zilvermeeuw: eerst zie je twee kuikens, daarna een eenjarige meeuw, en tot slot hiernaast staat een volwassen zilvermeeuw.
Twee meeuwen die op elkaar lijken, maar toch verschillende soorten zijn. Hieronder zie je een kleine mantelmeeuw met een jong.
Hieronder staan een paar foto's van grote mantelmeeuwen. Zoals de naam al aangeeft, is de grote mantelmeeuw aanzienlijk groter dan de kleine mantelmeeuw. De grote mantelmeeuw is zelfs de grootste meeuw ter wereld. De kleine mantelmeeuw heeft gele poten, terwijl de grote mantelmeeuw roze poten heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten