Op de achtergrond is hier Little Skellig te zien.
Boven stond een gids die ons vertelde over het klooster en zijn bewoners. Ze deed dat best goed, maar het was veel te veel en duurde te lang. Het verhaal was chronologisch en ging van de ene eeuw naar de andere. Het klooster werd gesticht ergens tussen de zesde en achtste eeuw, dus het was een lang verhaal. En als je dan na een hele zit bij de achttiende eeuw bent aangekomen, weet je dat je nog een lange weg te gaan hebt tot de 21ste eeuw.
Het klooster bestaat uit een aantal hutten in de vorm van een bijenkorf. Er waren twee hutten die verwarmd konden worden. De monniken zaten dus vaak in de kou, waardoor de meesten jong overleden en reumatische klachten hadden. Het klooster was bewoond tot ongeveer 1400 en is daarna het altijd een bedevaartsoord gebleven.
Het grote kruis tussen de 'beehive'-hutten heet Priest's Stone. Dit type kruis zie je op veel plekken in Ierland. Op de volgende foto heb je vanaf het klooster uitzicht op een steil pad. Dit pad loopt ook in de richting van het haventje, maar het is niet de Stairway to Heaven waarover je naar het klooster loopt.
We hadden tweeëneenhalf uur op het eiland. Dat lijkt best lang, maar uiteindelijk kwamen we tijd te kort. We zijn vrij snel afgedaald om weer in de buurt van de steiger te komen, waar we zouden vertrekken. Op de heenweg had ik al gezien dat vooral in dat gedeelte de meeste vogelsoorten te zien waren. Het is uiteindelijk gelukt om er nog een aantal op de foto te krijgen, maar een uurtje extra was wel welkom geweest.
Net als een paar dagen eerder op Great Saltee, zagen we ook hier weer de nodige alken. De alken zijn nauw verwant aan de zeekoeten en de papegaaiduikers. Bij de twee alken hieronder is een gespikkeld ei te zien. Alken leggen hun ei tussen mei en juli op dit soort smalle richels. Ze leggen maar één ei per broedseizoen.
Op Skellig Michael hebben we één scholekster gezien.
De oeverpieper is ook een vogel van de kustgebieden; ze broeden langs de kusten van het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
De konijnen zijn vermoedelijk door de monniken op het eiland geïntroduceerd. We zagen één konijn temidden van een heleboel vogels. Niet ver daar vandaan zaten een paar drieteenmeeuwen tegen een felgekleurde rotswand.
Er zaten veel drieteenmeeuwen op het eiland, vooral in de buurt van de plek waar je aan wal gaat.
Op de nesten van de drieteenmeeuwen zaten veel kuikens. De volwassen vogels hadden het er druk mee. In tegenstelling tot de alken en de zeekoeten bouwen de drieteenmeeuwen echte nesten op de richels.
De drieteenmeeuw zie je het meest op Skellig Michael, maar ook de andere bekende Europese meeuwen kun je hier zien. Van boven naar beneden: de donkere grote mantelmeeuw, de kleine mantelmeeuw met de gele poten en de lichtere zilvermeeuw met de roze poten.
In de laatste minuten voor vertrek lukte het ook nog om een noordse stormvogel op de foto te zetten. Net als een paar dagen eerder op Great Saltee had ik hier honderden foto’s gemaakt van de vogels op het eiland. En net als toen zat er precies één foto tussen met een noordse stormvogel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten