Drieteenmeeuwen zijn aanzienlijk kleiner dan grote mantelmeeuwen of zilvermeeuwen. Ze broeden in kolonies op steile kliffen, waardoor er in Nederland weinig gebroed wordt door deze soort. Langs de kust worden ze echter regelmatig waargenomen.
Op een kleine rots voor de kust van Great Saltee zat een kolonie jan-van-genten.
Op een kleine rots voor de kust van Great Saltee zat een kolonie jan-van-genten.
Hoewel er geen duidelijke kuif zichtbaar is, geven de bronnen op internet voor vogeldeterminatie aan dat dit toch echt een kuifaalscholver is. Tijdens onze wandeling op het eiland zagen we deze vogel op één poot op een rotsblok staan. Toen we er een tijdje later nog een keer langskwamen, zat de vogel er nog steeds.
De zeekoet is een echte zeevogel. Ze broeden op steile rotswanden, bouwen geen nest en leggen hun ei gewoon op een richel. Op de eerste foto zie je hoe druk het kan zijn op zo'n richel. Het is een wonder dat de eieren en kuikens dat overleven. Drie weken nadat het jong is uitgekomen, springt het, blijkbaar begeleid door de vader, van de rotsen in zee. Ze kunnen dan nog niet vliegen. Hun kleur is donkerbruin, in tegenstelling tot de alk, die gitzwart is. Beide vogels hebben een witte borst.
Zeekoeten zie je vaak samen met hun familielid, de alk. In zee zwom een groep vogels van beide soorten door elkaar. Op de rots zitten aan de rand van het groepje zeekoeten twee alken.
De kenmerkende witte streep op de snavel heeft de alk alleen in het zomerseizoen. Net als de zeekoet broedt de alk op steile rotswanden. We waren nog net op tijd op het eiland om de alken, zeekoeten en papegaaiduikers in hun broedgebied te aanschouwen. In de tweede helft van juli trekken ze weg om de rest van het jaar op open zee te verblijven.
Alken, zeekoeten en papegaaiduikers hebben een waggelend loopje dat op het land doet denken aan het waggelende lopen van pinguïns. Ze zijn echter niet verwant aan de pinguïns. Pinguïns leven vrijwel uitsluitend op het zuidelijk halfrond; alleen de Galapagos pinguïn komt ook boven de evenaar voor. Alken zijn juist vogels van het noordelijk halfrond. Dat ze toch zoveel op elkaar lijken, heeft te maken met convergente evolutie. Dit betekent dat ze zich op een vergelijkbare manier ontwikkelen omdat ze zich moeten aanpassen aan vergelijkbare omstandigheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten